Ze hadden elkaar nog niet in levenden lijve ontmoet. Daarvoor ontbrak de gelegenheid. Die is er nu wel. Na een hartelijke begroeting gaan de twee mannen ervoor zitten. De oude en de nieuwe voorzitter van Voedselbank Zutphen, Gert Vrieze en Carel Kraaijenhagen, samen in gesprek over wat was, wat is en wat gaat komen.

Vrieze (74) vertrok officieel per 31 december 2021 als voorzitter van Stichting De Eetketen, zoals de Zutphense voedselbank sinds de oprichting in 2006 statutair staat ingeschreven. Maar helemaal weg ging hij toch nog niet. “Je kunt niet alles in één keer laten vallen. Er was nog een dossier dat ik netjes wilde afronden. Een juridische kwestie.”
Kraaijenhagen vult aan: “Gert is daar met zijn juridische achtergrond de aangewezen figuur voor.” En zo geschiedde…
Stilzitten bleek niets voor hem. Een bestuurslid van Voedselbank Zutphen die Gert Vrieze kende via zijn activiteiten voor de zompvaarten in zijn woonplaats Almen, vroeg hem in 2015 of hij voorzitter wilde worden. “Er was behoefte aan professionalisering in de ruimste zin van het woord. De voedselbank draait op vrijwilligers. Dan ligt vaak ‘ons kent ons’ op de loer. Maar de organisatie groeide en groeide. Ook richting gemeente was steeds meer aanzien van belang. Een club die je serieus moet nemen. Daarom was het tijd voor nadere protocollen. Voor het opstellen daarvan, en de begeleiding, zag men in mij blijkbaar de juiste persoon.”

Vacature
Vrieze hapte desgevraagd toe. Hoe anders is dat bij zijn opvolger Carel Kraaijenhagen, 57 jaar geleden geboren in Warnsveld, daar getogen en thans woonachtig in Zutphen. Hij gooide begin dit jaar zelf een balletje op. “Ik reageerde op een vacature voor nieuwe bestuursleden. Speelde trouwens al langer met die gedachte. Van het een kwam het ander. Voor ik het wist werd mij gevraagd om het voorzitterschap op mij te nemen. Dat ik onbevangen in de materie sta is denk ik een van de redenen. Zonder oordeel, zonder programma. Maar wel met het idee om iets voor de maatschappij te kunnen betekenen. Naast mijn job als vestigingsdirecteur voor Noordoost Nederland bij GEVIER, een groothandel in sanitair. Tot dusver stond mijn werk én gezin centraal. Alles is daarin inmiddels op de rit. De tijd was rijp om mij ook anderszins verdienstelijk te maken. Meteen als voorzitter dus, hoewel ik daar wel eerst goed over heb nagedacht. Zag echter al gauw dat alles prima geregeld is. Anders had ik het niet gedaan”, roemt de kersverse voorzitter zijn voorganger, bestuur en vrijwilligers die volgens hem ‘voelen als professionals’.
Toen Gert Vrieze zeven jaar geleden de voorzittershamer ter hand nam, was van professionalisme minder sprake. Zo waren vanuit de voedselbank de contacten en criteria voor het aangaan van samenwerking vaak persoonlijk gebonden. “Dat is overigens inherent aan een organisatie die relatief nog in de kinderschoenen staat”, zegt hij. “Er was echter meer dat verder ten goede keerde of zelfs al wás gekeerd. Landelijk maakte de voedselbank in die dagen een enorme slag qua voedselveiligheid. Dit ging ook op voor Zutphen. Het eerste wat ik als nieuwe voorzitter deed was het ter zake in ontvangst nemen van een certificaat. Waar ik nota bene op zich niets voor gedaan had. Die certificering was van het grootste belang. Toch was er hier en daar ook weerstand tegen de aangescherpte regels. Men zag voedseluitgifte niet alleen als ‘diaconie’, maar bovendien als het tegengaan van voedselverspilling. Opeens werden niet goed geconserveerde levensmiddelen die echter wel degelijk nog bruikbaar waren weg gegooid. Maar je mag geen risico nemen. Ook richting leveranciers. Bijvoorbeeld Albert Heijn gaf destijds al aan alleen zaken met de voedselbank te doen als het voedselveiligheidscertificaat in bezit was. Bang voor reputatieschade.” “Voedselveiligheid staat tot op de dag vandaag hoog op de agenda”, voegt Carel Kraaijenhagen toe. “Er zijn regelmatig externe controles. Onaangekondigd. Die vinden ook onderweg plaats, naar onze uitgiftepunten in Brummen, Eerbeek en Lochem. Dit luistert zeer nauw. Soms worden we aangesproken op foutjes. Dan krijgen we bij wijze van spreken een 8,2 in plaats van een 9,6. Maar toch ook best goed.”

Profilering
Onder Gert Vrieze professionaliseerde de Zutphense voedselbank meer en meer. Bij wie, waar en hoe producten kunnen worden ingezameld, het werven van vrijwilligers en niet te vergeten profilering verliepen onder zijn leiding crescendo. Z’n laatste klus binnen zijn ambtstermijn was het maken van een notitie die omschrijft hoe kritiek op het fenomeen voedselbank kan worden weerlegd. Zoals de fronsende wenkbrauwen van een passant wanneer die, om maar wat te noemen, een ‘dikke’ auto voor de deur van het uitgiftepunt ziet staan. Vrieze somt een aantal verklaringen op: “Die kan van een buurman of familielid zijn die een klant de helpende hand toesteekt. Maar tot ons bestand behoren ook mensen met werk, daarvoor een auto nodig hebben, maar met een enorme schuldenlast kampen”, aldus de ex-voorzitter.
“Het vooroordeel van een grote auto is heel relatief”, beaamt Carel Kraaijenhagen. “Je gaat niet zomaar naar de voedselbank. Daar liggen zeer schrijnende redenen aan ten grondslag.” Gert Vrieze vervolgt: “Wij voeren geen sociale recherche zoals bij het UWV het geval is. Dat mensen binnen de landelijk afgesproken normering op hulp kunnen rekenen is gebaseerd op vertrouwen tijdens de intakegesprekken. Zeker, ook de voedselbank vraagt om documenten om zicht te krijgen op iemands inkomenssituatie. Maar we gaan er niet van uit dat die vervalst zijn of dat men anderszins een loopje neemt met de werkelijkheid. En let wel: zelfredzaamheid is geen vanzelfsprekendheid. Mentale problemen waardoor iemands leven niet op orde is. Maar ook een weggevallen partner, geen pensioen, faillissement… Er hoeft maar dit te gebeuren of je zit in de financiële penarie. Dat kan iedereen overkomen.”
“De voedselbank verleent hulp zonder aanzien des persoons”, zijn Vrieze en Kraaijenhagen het roerend met elkaar eens. Dat de een zich daarvoor heeft ingezet en de ander hier onlangs mee is begonnen, kent zijn oorsprong in hoe zij in het leven staan. Gert Vrieze: “Ik ben opgevoed met de gedachte dat je mensen helpt die het minder hebben. Zag later in mijn carrière bij de rechterlijke macht bovendien dat mensen soms de geestelijke vermogens ontberen om hun leven op orde te krijgen. Moet je hen dan de rug toekeren?” Carel Kraaijenhagen: “Mijn ouders hebben keihard moeten werken om ons gezin draaiende te houden. Ieder kwartje keerden ze twee keer om voordat het werd uitgegeven. Ze zijn daarin geslaagd. Het ontbrak mijn zus en mij aan niets. Daar ben ik hen dankbaar voor, maar ik weet ook dat dit niet iedereen is gegeven. Ik vind het, net als Gert, haast een plicht om hen de helpende hand toe te steken.”
Coronacrisis
Voor Gert Vrieze zit de klus er nu nagenoeg op. Alleen dat juridische akkefietje nog tot een goed eind brengen. Eigenlijk verliep zijn termijn al eind 2019. Het na plaatsing van zonnepanelen bijna ingestorte dak van het voedselbankpand aan de Hermesweg, vlak voor de kerstdagen, weerhield hem van zijn afscheid.
“En toen kwam corona. Vanwege veel al wat oudere vrijwilligers vond ik de pandemie opnieuw niet een juist moment om te stoppen. Dat doe je niet, middenin een crisis. Dus ik bleef wederom nog even. Tot eind vorig jaar. Toen waren inmiddels enkele nieuwe, goed gekwalificeerde bestuursleden met uitstekende ideeën toegetreden en was de tijd rijp om daadwerkelijk een nieuwe voorzitter te zoeken. En die is, haast als vanzelf, gevonden. Of beter, hij vond ons…!”
Vrieze denkt niet dat ie het gaat missen. “Ik heb veel in besturen gezeten. Had nooit moeite om ergens weg te gaan. Kende nimmer zorgen of anderen het wel zouden kunnen. Net als in mijn werk ben ik gewend om dingen achter mij te laten. De prettige ervaringen die je hebt opgedaan doe je als het ware in een rugzak, waar je later dan van geniet. Ook bij Voedselbank Zutphen is het nu gedaan. Het is mooi zo. Bovendien wacht mij een nieuwe uitdaging. In mijn woonplaats Almen, waar ik mij ga inzetten voor het onder de publieke aandacht brengen van een aantal in een kelder onder de plaatselijke kerk bewaarde lichamen. De ‘mummies van Almen’, uniek voor Nederland hoe die door een bijzondere luchtcirculatie geconserveerd zijn gebleven. Ook de kleding is nog gaaf.”
Zijn opvolger bij de voedselbank weet eveneens wat hem te doen staat. “De eerste zes maanden ga ik leren. Nagaan of er veranderingen nodig zijn en in welk perspectief die kunnen of moeten plaatsvinden. Klantgerichtheid staat daarin centraal. Aan de hand van het supermarktmodel bijvoorbeeld, waarin de klanten zelf hun pakket kunnen samenstellen. Gert gaf hiertoe al een aanzet, maar dat uitgifteconcept kwam door de coronacrisis op een laag pitje. We willen de valkuil vermijden waarmee de klant teveel afhankelijk is van onze vrijwilligers. Met alle respect voor de goede bedoelingen kan dit leiden tot paternalistische trekjes. We zijn echter gelijkwaardig.”
Gert vervolgt: “Het is niet droevig dat in een rijk land als Nederland voedselbanken bestaan. Mensen zijn nu eenmaal niet altijd uit de armoede te houden. Psychische klachten, persoonlijk leed; het kan allemaal een rol spelen. Als maatschappij in het algemeen en als voedselbank in het bijzonder moet je er dan staan. Zo bereiken wij mensen die de overheid niet bereikt.”
Carel: “Ik voorzie op korte termijn trouwens een toename van de huidige 375 ‘monden’ die op ons een beroep doen. Met name vanwege de stijgende energielasten, hoewel dit wel van een eventuele compensatie af zal hangen. Hoe dan ook mogen Voedselbank Zutphen en zijn klanten zich gelukkig prijzen met het geweldige team vrijwilligers, voor en achter de schermen, die zich belangeloos inzetten voor mensen die het in hun leven minder goed getroffen hebben. Alleen dit al is voor mij een ideale opstap”, besluit Carel Kraaijenhagen.
Zijn voorganger knikt instemmend.
Tekst: Eric Klop. Foto’s: Pascale Drent.